Timmy Simons, Wesley Sonck en Bertrand Crasson lopen in de hemel. Opeens komen ze God tegen. Hij zegt tegen hen: "Schop niet
tegen dat zwarte wolkje daar, want dan gebeurt er iets ergs." Simons gelooft er niets van en probeert het uit. De volgende
dag komt hij aan met een enorm lelijk wijf en van Sonck vraagt: "Hoe komt dat?" "Dat komt omdat ik tegen dat zwarte wolkje
geschopt heb," antwoordt Simons. "Ja ja, dat zal toch zeker niet waar zijn!" roept Sonck. Dus ook hij trapt tegen het wolkje,
en ja hoor, een dag later - ook hij een lelijk wijf. Dan komt Crasson aanlopen met een ontzettend lekkere meid. Simons roept:
"Huh?! Hoe zit dat?" Antwoordt het meisje: "Ik heb tegen het zwarte wolkje aan getrapt."
tegen dat zwarte wolkje daar, want dan gebeurt er iets ergs." Simons gelooft er niets van en probeert het uit. De volgende
dag komt hij aan met een enorm lelijk wijf en van Sonck vraagt: "Hoe komt dat?" "Dat komt omdat ik tegen dat zwarte wolkje
geschopt heb," antwoordt Simons. "Ja ja, dat zal toch zeker niet waar zijn!" roept Sonck. Dus ook hij trapt tegen het wolkje,
en ja hoor, een dag later - ook hij een lelijk wijf. Dan komt Crasson aanlopen met een ontzettend lekkere meid. Simons roept:
"Huh?! Hoe zit dat?" Antwoordt het meisje: "Ik heb tegen het zwarte wolkje aan getrapt."