Open-suse?

Het compileren zelf is eigenlijk niet zo moeilijk en bestaat uit de drie stappen:
./configure
make
make install

In de readme en install files staat te lezen wat er verder nog vereist is.
Dus pak met ark de tar.gz uit in een folder en er ontstaat een uitpakfolder met de files etc.
In terminal ga naar die folder en type ./configure
Je kunt nu op het scherm zien of alles goed gaat of dat er fouten optreden en er nog iets nodig is.
Dit wordt opgeslagen in de file config.log en die wordt steeds overschreven dus moet je indien nodig renamen met bv een 1 of 2 in de naam.
Dit moet je herhalen tot er geen fouten meer zijn, en ./configure --help geeft weer info.

Je kunt nog extra opties aan ./configure meegeven namelijk --prefix= en --exec-prefix= , dus dat wordt bv ./configure --prefix=/usr/
Dat komt omdat niet alle linux distro's op dezelfde plaats de programma executables neerzetten.
Dat kan zijn in /usr/local/share of in /usr/share/ zoals bij opensuse, dus bij opensuse zal volstaan --prefix=/usr/
De systeem files bij linux staan altijd in /bin/ of /sbin/ en de programma files meestal in /usr/ en subfolders maar soms ook weer im /opt/.
--exec-prefix= zijn de eigenlijke programma executables maar die zal niet vaak nodig zijn, maar je kunt ook zonder prefixes configure proberen.

Vervolgens doe je make en hij gaat een makefile aanmaken.
Als hij hier goed doorkomt dan kun kun je verder installeren maar anders kun je op het scherm lezen wat er allemaal fout gaat.
Make check doet hetzelfde maar maakt nog geen makefile.
Komt hij niet door de make dan mist hij nog iets en moet je verder zoeken.

Het eigenlijke installeren gebeurt met make install.
En hier zie je ook weer wat er allemaal gebeurt.
Het is vaak nodig om vanuit de root te installeren maar als dit niet moet staat het in de readme of install file te lezen.

Let erop dat deze manier van source compileren en installeren weet rpm niets van en komt ook niet in zijn database voor.

Grtz.
 
Er is nog iets wat betreft die rpm's.

Elke rpm heeft een signature in de vorm van een pub-key (public) een soort digitale handtekening.
Normaal gesproken gebeurt dat allemaal automatisch en dat zie je in yast en software repositories en onder gpg keys, want het programma gpg verzorgt diit.
Nu moeten al deze pub-keys ook in rpm zitten want anders ziet rpm die niet en een manier om dat te zien is of in yast of met het commando:
rpm -qa gpg-pubkey* (in de root / zitten).
rpm -qi gpg-pubkey-........ met de 8-cijferige key laat de gpg-key zien.
rpm -Kv filenaam.rpm geeft info over de signature van de rpm en -Kvv nog meer.
rpm --import gpg-pubkey-.........asc importeert de pub-key in rpm maar ook een andere .asc, en het is de standaard manier om pub-keys te importeren.
Over dat laatste wordt nogal ingewikkeld gedaan, maar het volstaat om de keys in de vorm van .asc files te downloaden en dan als hier te importeren.
rpm --delsign filenaam.rpm haalt de signature eraf en yast kan er weer mee overweg.

Dit alles wordt dus verzorgd door gpg en alle info vind je weer met gpg --help.
gpg --list-keys laat alle pub-keys in gpg zien want die moeten ook hierin zitten.
gpg --list-keys ........ laat de genoemde key zien maar je kunt ook i.p.v cijfers een naam gebruiken.
gpg --import gpg-pubkey-.........asc importeert op dezelfde manier weer de key.
Let erop dat het importeren alleen gaat met .asc files, behalve bij gpg ook met .gpg.

Die gpg is eigenlijk bedoeld als een beveiliging om keys, files en mail te en- of decrypten, maar het is eigenlijk te ingewikkeld voor de gemiddelde gebruiker om te begrijpen.
Om gpg te gebruiken moet je eigenlijk eerst een persoonlijk pub-key paar maken met gpg --gen-key en je wordt geprompt voor een naam, commentaar en e-mail adres.
Je hoeft hem verder echter niet te gebruiken.

Er is echter een overzichtelijk grafisch programma dat dat allemaal verzorgt en dat heet Kleopatra.
Hiermee kun je ook alles bekijken en bewerken en nog veel meer.

Grtz.
 
Het is wel mogelijk om vanuit een compilatie direct een rpm te maken.
Dat betekent wel dat je wel door de ./configure en make fase moet zijn gekomen.
Gebruik checkinstall maar dat moet je wel geinstalleerd hebben.
su -c checkinstall
Als het goed is zet hij dan de rpm in /usr/src/packages/RPMS/ althans dat doet hij bij mij.
Je kunt dan met yast proberen te installeren en kijken of er dependencies zijn en of hij zich laat installeren.
Een extra controle is: rpmlint filenaam.rpm.

Er is ook nog een manier om rpm's te maken met: rpmbuild -ta filenaam.tar.gz
Maar dan moet de spec file in de tar.gz zitten, en de kans is klein dat je die te pakken krijgt.
Een tweede mogelijkheid is: rpmbuild -ba filenaam.spec.
Je moet dus een spec file hebben of eentje gemaakt hebben.
Er zijn wel templates (voorbeelden) te vinden maar het is toch meestal wel wat werk.
Je kunt natuurlijk eens files bekijken met: rpmrebuild -e -p , dan zie je hoe dat moet.
Bij deze manier zet je de tar.gz en spec file beiden in dezelfde folder vanwaaruit je werkt.

Het is natuurlijk wel wat getyp allemaal.
Maar vergeet niet dat linux veelzijdig is en je hebt zowiezo standaard al 4 desktops.
En als je een terminal open hebt kun je linksonder klikken en er opent zich een tweede terminal en ga zo maar verder.
Je kunt nu in elk terminal simultaan verschillende dingen gaan doen en dat is wel handig.
En dat geldt voor de meeste terminals.

Grtz.
 
Het is wel makkelijk om een backup te hebben of maken van een partitie waar je OS op staat, maar dat is niet altijd even makkelijk.
Ik ben er echter eentje tegen gekomen dat er met kop en schouders bovenuit steekt.
Ja er is bv de clonezilla cd maar die is niet zo makkelijk te begrijpen en niet zo overzichtelijk net als op de parted magic cd er een paar staan.
Hij heet G4L en staat meen ik ook op de parted magic cd maar ik weet niet of het precies dezelfde uitvoering is.

Kijk het is zo dat bij windows en linux er een aantal files aktief zijn en je niet zomaar daarvan kunt kopieren en dus moet je het doen als het OS niet aktief is.
G4L is wel toetsenboard bestuurd maar het is een overzichtelijk grote grafische shell met een logische menu opbouw en je loopt makkelijk door alle stappen.
Wat er gebeurt is dat er van de files op die partitie die je kiest een grote file wordt gemaakt die op een andere partitie waar plaats is wordt neergezet in een naam die je kiest.
Hierbij kun je compressie kiezen in een paar vormen maar denk eraan dat dat heel lang gaat duren.
Gewoon ongecomprimeerd heeft al zijn tijd nodig om alles in een file te duwen maar om een 100 GB te comprimeren duurt zijn tijd wel.
Bij gz compressie zal de grootte gehalveerd worden en bij bz2 nog iets meer.
Dus boot op de cd en kies eerst waar de file naartoe moet en dan wat er gebackuped moet worden en al of niet compressie en kies ook de naam voor de file met eventueel een extensie .img maar dat hoeft niet pers?.
Vanaf de cd kun linux partities maar ook windows fat of ntfs partities backuppen en het werkt allemaal perfect.
Als hij bezig is kun je continu in de progress balk het verloop zien en of alles OK is.

http://g4l.sourceforge.net/

Maar er is nog een heleboel meer mogelijk met de G4L.

Grtz.
 
Nog iets, maar ik neem aan dat de meesten dat intussen wel door hebben.
De files die we gebruiken zijn steeds hetzelfde alleen de manier van opslaan op partities verschilt en is bij linux vaak ext3 en bij windows fat of ntfs.
Haal je via internet een filenaam.gz binnen in windows blijft die file precies hetzelfde en kun je hem zelfs met bv winrar uitpakken net als .bz2, alleen de manier waarop alle files op de schijf staan is in ntfs.
Als je de linux file-drivers hebt geinstalleerd kun je ze gewoon naar de linux partitie in een folder copi?ren.
Omgekeerd werkt het ook en je kunt vanuit linux de files vanaf een windows partitie copi?ren naar een linux folder en omgekeerd ook en het geldt voor alle linux files.
Als er iets niet zou lukken heb je waarschijnlijk iets fout staan met de rechten.
Ook werkt het zo met het lokale netwerk via bv samba.
De files die je van de linux server afhaalt naar windows blijven gewoon hetzelfde.

Zo maakt het in principe niet uit waar je bij G4L de backup file neerzet omdat het maar een file is en ik neem aan dat G4L dat meldt als er iets niet kan.
Bij linux en ntfs zal dat geen probleem zijn maar bij fat32 zit je meen ik aan een maximum van 4GB.
Je moet bij G4L zowiezo goed uitkijken hoeveel plaats je waar hebt, maar dat spreekt voor zich.

Grtz.
 
Ik weet niet wie het geprobeerd heeft maar een upgrade naar een nieuwere versie heeft een paar mitsen of maren.

Je kunt upgraden via zypper of via een dvd en die laatste heeft het voordeel dat je zelf bepaalt van wat naar wat.
Het voordeel van een upgrade is dat alle geinstalleerde programma's ook geupgraded worden en dat de hele directory tree blijft bestaan inclusief alle door jezelf gemaakte folders.
Ook blijven alle instellingen voor soft en hardware behouden en de users en wachtwoorden, dus alles blijft precies hetzelfde als voor de upgrade.
Het nadeel is dat het nogal lang duurt, maar alles opnieuw installeren en instellen duurt ook lang.

De normale procedure is om op de dvd te booten en dan install kiezen en na inspectie meldt hij "nieuwe installatie" of "update" als dat kan.
Hier heet het dus update i.p.v. upgrade.
Hij vindt dus een geinstalleerde versie op een partitie en ook de andere niet linux partities (aanvinken).
Als je doorgaat zal hij melden of er dependencies zijn en of er iets moet worden veranderd en dat moet je doen totdat er niets meer rood is en je door kunt gaan.
Na afloop en een reboot kun je gelijk een online-update doen want dat staat meteen goed en het duurt ook weer zijn tijd.
Het is ook goed om wat belangrijke files naar een aparte folder te copieren zoals fstab en boot/grub enzo zodat je er altijd nog aankan.

Als je tijdens de boot vanaf de dvd dezelfde partities krijgt te zien als bij fdisk -l dus dezelfde sda en sdb en sdc dan zit je goed en kun je doorgaan.
Maar als je linux partitie ineens op een andere schijf staat is het niet goed.
Normaal zal de linux partitie op sda staan maar als dat niet zo is kun je doorgaan of eerst de andere schijven loskoppelen en dan installeren.
Het kan dus zijn dat bij een nieuwere versie de schijven anders genummerd worden en ik ben er nog niet achter of dat nu een bug is en wat de oplossing is, zelfs op buitenlandse linuxforums is het gemeld en nog geen oplossing gevonden.
Het treedt met name op als er een eerste schijf een ide is en de andere sata schijven zijn.

Het ligt dus aan jezelf te bepalen wat te doen.
Ik neem aan dat er tussen de 11.x versies geupgraded kan worden en naar 12.x versies zal ook wel kunnen maar weet ik zo niet.
Oh ja, de grafische X-server is een hoofdstuk apart en is of ATI of NVIDIA driver en hardware maar dat kan later apart gebeuren.
Zou hij niet booten dan moet je aan fstab en/of grub en menu.lst gaan sleutelen of een grub boot cd hebben met verschillende bootopties.
Had je grub1 geinstalleerd dan zal daarna waarschijnlijk ook grub1 overblijven maar de laatste 12 versies weet ik dat niet.

Grtz.
 
Voor wat betreft die grafische drivers zijn er toch wat zaken om op te letten.
Normaal zal de default nouveau driver geinstalleerd zijn behalve misschien als je de laatste 12 versies hebt geinstalleerd.
Het probleem is dat uit de latere 11.x versies de sax2 utility is verdwenen.
Tot voor kort kon je via yast en de repositories van nvidia voor de 11.x versies automatisch de geschikte nvidia driver installeren, maar die zijn nu verdwenen en ik weet niet vanwege nvidia of novell.

Als je een ATI gpu of kaart hebt is het makkelijk maar je moet wel weten welke chipset erop zit.
Daar zijn wel voor de 11.x versies de repositories beschikbaar, maar ik zag dat die tegenwoordig AMD heten.

http://en.opensuse.org/SDB:ATI_drivers

Voor nvida is het dus wat ingewikkelder en bovendien moet je ook de kernel sources geinstalleerd hebben.
Voor een paar 12.x versies zijn er wel nvidia repositories beschikbaar dus is het makkelijk (?).
Je moet dus eerst de voor jouw gpu of kaart/chipset de geschikte driver bij nvidia downloaden en in de readme lezen of hij voor jouw chipset geschikt is, en plaats hem in een folder.
Dat zijn de laatste tijd universele drivers die voor bijna alles goed zijn.
Nu moet je volgens opensuse in runlevel 3 zitten dus je boot in de console en doet init 3 en je kunt verder en volgens opensuse moet dat zo:
Ga naar de folder waar de nvidia driver staat en type:
su -
sh /folder/nvidia-driver-naam

Dan zal de installer zijn werk gaan doen en mogelijk moet je nog wat doen maar wat weet ik niet omdat ik het niet gedaan heb.
Als hij klaar is moet je nog typen:
modprobe nvidia
rcxdm start

Als het goed is gegaan zal hij nu met nieuwe nvidia driver kunnen booten.
Wel moet voor de 11.x versies KMS disabled zijn en in de latere versies is dat ook zo en anders moet dat gebeuren in /etc/sysconfig/kernel en de regel is:
NO-KMS-IN-INITRD = yes
Het kan ook zijn dat de default nouveau driver toch geladen wordt en indien zo moet hij geblacklisted worden met:
echo "blacklist nouveau" >> /etc/modprobe.d/50-blacklist.conf

Zou het toch niet lukken dan is hier nog wat info over wat er nog kan.

http://en.opensuse.org/SDB:Configuring_graphics_cards

Meer kan ik op dit moment ook niet doen dus succes hoop ik.

Grtz.
 
Voor wat betreft die nvidia drivers was het dus belangrijk de juiste chipset te kiezen.

Als je de nvidia drivers download site hebt (US of GB) kun je eerst de product type en product series invullen en OS en je krijgt de laatste te zien.
Maar het is beter om onder "beta and older drivers" te kiezen daar is een verdere onderverdeling te kiezen naar product type product series en product en nu zal je kaart er wel bij staan.
Bij search krijg je nu alle drivers voor je kaart te zien.
Als je op een klikt krijg je een overzicht te zien en onder supported products zie je alle kaarten/chipsets waar hij geschikt voor is.
In vele gevallen zal het een geforce driver zijn, maar er zijn natuurlijk ook andere en het is ook mogelijk dat er een kaart geintegreerd op het moederboard zit, en dan moet het in het manual kunnen vinden.

Voor wat betreft die /etc/sysconfig/kernel is dat natuurlijk niet de kernel maar een tekst file waarin staat wat voor kernel modules geladen moeten worden, want de kernel zelf is natuurlijk vmlinuz.
De blacklist file is een lijst van modules die niet geladen moeten worden en een # ervoor voert het niet uit dus laadt wel.

Grtz.
 
Een tijdje terug kwam ik een leuke link tegen over samba.
Hierin wordt op een overzichtelijke manier uitgelegd hoe je met samba kunt netwerken tussen windows en linux machines.
En hoe je net zo makkelijk folders deelt als je dat bij windows gewend was.

Alles wat al eerder besproken is geworden blijft verder gewoon hetzelfde en je kunt de samba config files gewoon op dezelfde manier blijven gebruiken.
Dus de samba settings en security blijven precies hetzelfde.
Ik ga er vanuit dat je gewoon sambapasswd gebruikt en ik neem aan dat niemand iets met windows active directory doet want ik zou niet weten waarom.

Voor zover ik weet werkt het op de opensuse 11.x versies, en ik neem aan dat het ook bij de 12.x versies zo is, maar dat moet je proberen.
Het is wel verstandig om in swat onder authentication de lanman aan te vinken.

http://www.tweakhound.com/linux/suse/114/samba1.html

Grtz.
 



Hosting Fun

Advertenties

Terug
Bovenaan Onderaan